Over Foucault’s vier aspecten van subjectivering

Onlangs publiceerde ik het artikel ‘Met Foucault over subjectivering, verleiding en techniek’. Het gaat over de vraag wat het postuum verschenen boek Bekentenissen van het vlees toevoegt aan Foucaults benadering van subjectivering, en de toepassing in het domein van ethiek en technologie. Het artikel gaat niet alleen over de inhoud van Bekentenissen van het vlees, maar een belangrijk deel gaat over Foucaults onderzoeksperspectief, dat in zijn late werk verschuift van ‘kennis’ en ‘macht’ naar ‘subjectivering’. In Foucaults allerlaatste boeken hanteert hij een viervoudig kader van subjectivering.

Vreemd genoeg, vond ik altijd, geeft Foucault geen enkele uitleg over hoe hij tot dit kader is gekomen. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat er een relatie is met de vier oorzaken van Aristoteles en ook met Heideggers techniekfilosofie. Ik nam aan dat er ergens in het werk van Foucault informatie te vinden moest zijn over hoe hij het schema eigenlijk heeft geconstrueerd. Maar ik heb nergens expliciete aanwijzingen gevonden. Ook andere Foucault-onderzoekers, experts, met wie ik contact had, bleken niet bekend met een toelichting door Foucault. Hoe moeilijker het bleek een antwoord te vinden op de vraag naar de ontwikkeling van het schema, hoe meer ik gefascineerd raakte door de kwestie.

Zie Met Foucault over subjectivering, verleiding en techniekmanuscript-versie (iets uitbreider en vrij beschikbaar), en in het bijzonder de secties ‘Kader met vier aspecten van subjectivering‘ en ‘Herkomst en belang van het kader?‘.

Eerder heb ik op de volgende plaatsen aandacht besteed aan het schema met vier aspecten: